- nl
- en
Op zondag 28 januari organiseerde FFO samen met Menuetto, September Film en Czar een Dag van de Jeugdzorg in De Grote Post. Zowel in de voor- als namiddag bestond het programma uit de vertoning van een Vlaamse productie die als startpunt diende voor een interessant gesprek over de jeugdzorg.
De dag begon met de documentaire 'Here I go' van Jaan Stevens, die het verhaal van Ruben vertelt, een 17-jarige jongen die twee maanden bij een gastgezin in Zuid-Frankrijk verblijft. De vertoning vormde het ideale startpunt voor een panelgesprek met regisseur Jaan Stevens, hoofdpersonage Ruben, Algemeen en Pedagogisch Directeur vzw aPart Jonathan Vercruysse, psycholoog Peter Dierinck, familie- en jeugdrechter Anelore Bruneel en pedagoog en administrateur-generaal van het agentschap Opgroeien Bruno Vanobbergen. Ze gingen in gesprek met moderator en ex-Karrewietanker Meryem Al Mandoudi. Het gesprek richtte zich op preventieve maatregelen in de jeugdzorg en de behoefte aan verdieping en vertraging in het huidige aanbod.
Regisseur Jaan Stevens onthulde dat de inspiratie voor de documentaire ontstond tijdens het maken van zijn vorige film 'For Eunice' over twee jonge meisjes en de jeugdzorg die ze kregen in een jeugdhuis. Ruben deelde zijn ervaringen, waarbij hij zijn moeilijke verleden en het belang van zijn gastgezin in Albezon benadrukte.
De reacties die uit de omgeving komen op dergelijke hulpverlening werden besproken, waarbij Stevens vertelde dat sommigen het woord ‘elitair’ wel eens laten vallen, net als de vraag ‘of dat wel efficiënt is?’. Jeugdrechter Bruneel benadrukte dat de woorden 'elitair' en 'jeugdzorg' niet samengaan, en benadrukte de voorkeur om jongeren zoveel mogelijk in gezinscontexten te plaatsen.
De woorden 'elitair' en 'jeugdzorg' horen niet thuis in dezelfde zin. Projecten als Albezon zijn inderdaad schaars, maar ze bestaan wel. Een jongere in een gezinscontext plaatsen, is meestal de best mogelijke hulpverlening.
Jonathan Vercruysse van vzw aPart benadrukte het burgerengagement in het project Albezon en het belang van de jongere zich welkom te laten voelen. Ruben waardeerde het niet oordelen van zijn gastgezin, wat leidde tot open dialoog en vertrouwen. Daardoor kon hij op zijn eigen ritme zijn verhaal vertellen wanneer hij daar zelf klaar voor was.
Psycholoog Dierinck was geraakt door de documentaire en pleitte voor een niet-veroordelende houding in de hulpverlening. Vanobbergen benadrukte het belang van samen activiteiten doen met jongeren en het creëren van tijd en vertrouwen om ze zelf hun verhaal te laten vertellen.
De samenvatting van het gesprek luidde dat Albezon een deel van de puzzel is die we allemaal samen moeten leggen voor betere jeugdzorg.
Hoe pakken we de problemen en uitdagingen binnen de jeugdzorg aan? Dat was de vraag die centraal stond in het panelgesprek na de vertoning van ‘Skunk’, de nieuwste film van Koen Mortier. De film volgt Liam, een verwaarloosde tienerjongen, die opgroeit in een context van drugs en geweld. Hij wordt in een gesloten instelling geplaatst waar hij troost vindt en goed begeleid wordt, maar toch zijn verleden niet kan loslaten.
Het panel bestond uit regisseur Koen Mortier, auteur Geert Taghon, pedagoog en administrateur-generaal van het agentschap Opgroeien Bruno Vanobbergen, oprichter van TEJO en gedragstherapeut Ingrid De Jonge, coördinator van RADAR Care Oost-Vlaanderen Evelien Dobbelare en kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens, gemodereerd door De Standaard-journalist Marjan Justaert.
Het aangrijpende 'Skunk' maakte indruk op alle panelleden, die bekend zijn met ernstige problemen waarmee jongeren te maken kunnen krijgen. Koen Mortier werd geïnspireerd om het boek van Geert te verfilmen na het lezen van het choquerende verhaal dat gebaseerd is op waargebeurde feiten. Geert schreef uit eigen pedagogische ervaring en benadrukte het tonen van kwetsbaarheid in zijn boek, terwijl de film de intensiteit en emoties van jongeren weergeeft.
Ik heb geprobeerd om vanuit de verhalen die ik van die jongeren hoorde hun kwetsbaarheid te tonen.
Het panel benadrukte de pittigheid van 'Skunk' en besprak uitdagingen binnen de jeugdzorg. Bruno sprak over de kwetsuren en machteloosheid van hulpverleners terwijl Ingrid het belang benadrukte van preventie en Evelien merkte op dat RADAR al met kinderen vanaf 0 jaar werkt. Ze merkt dat kinderen op steeds jongere leeftijd aangemeld worden en stelt dat hoe vroeger men kan ingrijpen hoe beter het effect ervan is.
Caroline benadrukte het belang van zelf als volwassene signalen opmerken bij kinderen en jongeren en Bruno verwees naar het meldpunt 1712 waar iedereen die een vermoeden heeft een melding kan doen. Ingrid sprak tot slot over de gezamenlijke verantwoordelijkheid die we hebben als samenleving.
Vanuit het publiek kwam een luid applaus voor alle panelleden na afloop van het gesprek. Om de dag af te sluiten vond er een akoestisch concert plaats van Amenra die de soundtrack van 'Skunk' verzorgde.