Hoe een boek zijn weg vindt naar het grote scherm

Gisteren zaten Fleur Pierets en Cato Kusters (‘Julian’), Frederike Migom (‘Tegenwoordig heet iedereen Sorry’), Geert Taghon (‘Skunk’), Jeroen Dumoulein, Bavo Dhooge en Michel Sabbe (‘Styx’) samen in De Grote Post voor een boeiend panelgesprek over o.a. het algemene creatieproces, hoe de samenwerkingen tot stand zijn gekomen, de belangrijkheid van ritme en de werkwijze van makers. Raf Njotea modereerde het debat. In samenwerking met De Unie van Regisseurs, De Scenaristengilde en deAuteurs

“Waarin verschilt de pitch van een boek tegenover de pitch van de verfilming?”. Dat was de vraag waarmee het gesprek op gang werd gebracht. Onze gasten waren het erover eens dat de pitch min of meer op dezelfde manier wordt gegeven, al dan niet met een aantal toevoegingen. Na een kort overlopen van de verschillende projecten, maakte het panel een kleine stand van zaken op. Regisseur-scenarist Frederike kon meedelen dat ‘Tegenwoordig heet iedereen Sorry’ net productiesteun van het VAF had gekregen, waarna regisseur-scenarist Cato vertelde dat de draaiperiode van ‘Julian’ normaal gezien dit najaar begint. De twee andere projecten, ‘Skunk’ en ‘Styx’, hebben hun voorbereidingsproces al achter de rug. Ze werden tijdens deze FFO-editie al voorgesteld aan het publiek en enthousiast onthaald.

'Styx'-regisseur Jeroen, die het boek van Bavo Dhooge in een achtdelige serie goot, zag het verhaal van het boek als een springplank: “We hebben de personages en de thema’s allemaal behouden. Michel heeft er vervolgens zijn eigen fantasieën aan toegevoegd.” Scenarist Michel kon dat beamen: “Van zodra ik de pitch had gehoord van de producent, was ik er enorm door getriggerd. Het is een goed teken wanneer je fantasie meteen begint te werken, wat hier het geval was.” Volgens Bavo focust zijn boek vooral op het hoofdpersonage, terwijl er in de serie meer tijd is om aandacht te besteden aan de andere personages. De serie behield het DNA van het boek: het hoofdpersonage Styx krijgt een nieuwe kans om zijn leven te beteren en de band met zijn vrouw en kinderen te herstellen. De auteur voegde er nog aan toe dat, hoewel hij veel vertrouwen had in de seriemakers, het ergens voelde als een soort van afscheid nemen van het boek.

Van zodra ik de pitch had gehoord van de producent, was ik er enorm door getriggerd. Het is een goed teken wanneer je fantasie meteen begint te werken, wat hier het geval was.

Michel Sabbe

Fleur, auteur van ‘Julian’, herkent zich in dat gevoel: “In het begin dacht ik: ‘Oh my god, waarom heb ik hierop ja gezegd?’. Ik vond het één van de moeilijkste dingen om daar emotioneel afstand van te nemen.” Haar boek schreef ze als een overlevingsmechanisme. Het kwam uit na de dood van haar partner Julian met wie ze ging trouwen in alle landen waar het homohuwelijk legaal is. De samenwerking met Cato kwam tot stand, nadat ze samen met haar producent de afstudeerfilm van de regisseur zag. Fleur verklaart: “Ik had een aantal regels voor de verfilming van ‘Julian’. Eén daarvan was dat het een vrouwelijke regisseur moest zijn. Er zijn al veel te veel lesbische films gemaakt vanuit een mannelijk oogpunt. Ik wou een vrouwelijke blik, anders zou het één of andere rare porno worden.”

Ik had een aantal regels voor de verfilming van ‘Julian’. Eén daarvan was dat het een vrouwelijke regisseur moest zijn.

Fleur Pierets

Geert schreef niet mee aan het scenario voor de verfilming van ‘Skunk’, maar werd gedurende het hele proces nauw betrokken: “Regisseur Koen Mortier toetste heel veel met mij af om de juiste sfeer neer te zetten en de juiste accenten te leggen.”  Het verhaal is gebaseerd op zijn ervaringen in de forensische jeugdpsychiatrie en stelt de 17-jarige Liam centraal. De auteur vertelt verder: “Het was een heel bewuste keuze om met het boek geen mooi hulpverleningsverhaal te brengen. Het toont een donkere kant van de samenleving, waarin we vaststellen dat we er als hulpverlener soms niet geraken.” De grootste valkuil die hij in de verfilming zag, was om de kwetsbaarheid voldoende naar voren brengen, tussen alle destructie door.

Frederikes eerste ontmoeting met auteur Bart Moeyaert was te danken aan de Ensors, waar de twee ooit een podium deelden. Hoewel ze vond dat het boek qua structuur goed in elkaar zat, zag ze een valkuil in de vorm van het vertelperspectief. Aangezien het verhaal in de ik-persoon wordt verteld, voelde ze de neiging om met een voice-over aan de slag te gaan. Ze stelde zichzelf de vraag of er een manier was om de innerlijke stem beeldend te maken, wat voor haar het grote verschil maakt tussen een boek en een film. Frederike licht toe: “Het hoofdpersonage zit in het boek constant in haar hoofd, maar haar gedachten zijn heel beeldend. Ik heb alle mooie gedachten onderstreept en die initieel als voice-over gezet, en daarna bedacht welke ik kan omzetten tot scènes.” Ook in het boek 'Styx' zitten veel beelden, wat iets aantrekkelijks was voor de seriemakers.

Halverwege het panelgesprek valt het woord ‘ritme’, waar Frederike veel belang aan hecht: “Je moet volgens mij schrijven met een ritme, omdat dat de feel van de scène wel bepaalt.” Geert voegt hieraan toe: “Koen heeft voor ‘Skunk’ heel veel gefilmd en heel veel geknipt. Bij zijn eerste versie vond hij dat het ritme niet juist zat en heeft hij opnieuw gemonteerd. Ik denk dat je, net zoals bij het schrijven van een boek, schrijft, leest, knipt, herleest, om de juiste cadans te krijgen.”

Ik denk dat je, net zoals bij het schrijven van een boek, schrijft, leest, knipt, herleest, om de juiste cadans te krijgen.

Geert Taghon

Bij het boek ‘Julian’ zit het verschil met het scenario onder meer in de tijdslijn. Het verhaal loopt over zeven jaar, maar Cato haalt aan dat ze voor de film op zoek zijn gegaan naar verschillende tijdslagen. Fleur gaat hierop in: “Cato heeft een soort van filmtaal gevonden waar de personages in zitten. Het is heel fijn om te zien dat we een andere taal hebben, maar dat het toch klopt.” Er komen verschillende thema’s naar voren in ‘Julian’. Cato merkt op: “Liefde, rouw en activisme zijn de drie pijlers waarop ‘Julian’ gebouwd is.” Ze haalt de boog van het verhaal aan: de transformerende kracht van het verdriet en het gigantische cadeau dat de liefde is geweest: “We willen uiteindelijk een hoopvolle film maken, zoals het boek voor mij een hoopvol verhaal is, hoewel het spreekt vanuit een gigantisch verdriet.”  Nu Fleur ook meer en meer met haar hoofd bij de film zit, merkt ze op dat dat een grote invloed heeft op hoe ze nu aan het schrijven is: “Door de scripts elke keer te lezen, ben ik veel meer beeldend gaan schrijven.”

Hoe kan een auteur er nu voor zorgen dat lezers met hun werk connecteren? Bavo haalt aan dat het voor hem niet over het zichtbare gaat - een ‘zombie-flik’ - maar wel over het onderliggende aspect: “Het is volgens mij de subtekst die ervoor zorgt dat mensen met je werk connecteren, niet het feit dat het om zombies of om een horrorpersonage gaat. Het gaat over iemand die, zoals wij allemaal, moeilijkheden ervaart in menselijke relaties. Hoe individueler, hoe meer kans dat het andere mensen raakt.”

Het is volgens mij de subtekst die ervoor zorgt dat mensen met je werk connecteren, niet het feit dat het om zombies of om een horrorpersonage gaat. Het gaat over iemand die, zoals wij allemaal, moeilijkheden ervaart in menselijke relaties.

Bavo Dhooge

Of de scenaristen ons, om af te sluiten, nog een blik op hun werkwijze willen geven? Frederike is kort en krachtig: “Geen post-its. In mijn geval is het boek redelijk kort, dus in tegenstelling tot andere boekadaptaties moest ik weinig schrappen.” Volgens Geert schreef Koen een scenario dat iets verder lag van het boek, waar hij vervolgens weer van terug kwam om uiteindelijk toch dicht bij het boek te eindigen.  “Sommige elementen zijn er uitgehaald en anders in beeld gebracht, wat telkens een bewuste keuze was.” Het autobiografische element van ‘Julian’ had ook een impact op Cato’s werkwijze. Als ze zich te veel vast zou blijven houden aan wat ze wist over Fleur, zou ze zich vastzetten in haar schrijven. Hoewel de makers elk hun eigen werkwijze hebben, zullen ze er ongetwijfeld in slagen om één voor één sterke projecten neer te zetten, met ‘Skunk’ en ‘Styx’ als actueel bewijs.

Redactie
Alexia Bruijlants